De stad Den Haag kent unieke contrasten. Internationaal én lokaal, machtig én kwetsbaar, stad aan zee én regeringszetel. In deze gelaagde context werkt Korrie Louwes als algemeen directeur Onderwijs, Cultuur, Welzijn en Zorg aan de maatschappelijke opgaven van de stad. Haar vertrek per september 2025 – ze wordt dan voorzitter van de raad van bestuur bij Auris – is een natuurlijk moment om terug én vooruit te kijken. Wat werkt er in Den Haag, waar is nog winst te boeken en hoe zorg je als gemeente/overheid dat je niet regeert over mensen, maar mét hen?
Van systeemwereld naar stadslogica
“Ik ben trots dat we er steeds beter in slagen om aan te sluiten bij de logica van de stad, in plaats van te vertrekken vanuit de logica van het systeem,” zegt Louwes. “We zijn bijvoorbeeld anders gaan kijken naar gezinnen in kwetsbare situaties. In plaats van loket na loket, proberen we integraal te werken: hoe krijgen we dit gezin zo snél mogelijk weer op de rit? Wat hebben zij nodig – niet wat past binnen onze afdelingen? Dat klinkt logisch, maar het is in de praktijk ingewikkeld. We werken met collega’s van onder andere Werk & Inkomen samen aan een aanpak waarin we handelen vanuit het perspectief van de mensen om wie het gaat. Dat vraagt lef, flexibiliteit en vooral veel luisteren.”
Wijkbedrijven als voorbeeld van vertrouwen
Een van de meest vernieuwende ontwikkelingen van de afgelopen jaren is de opkomst van wijkbedrijven. “Het idee is simpel: in plaats van losse subsidieaanvragen en tijdelijke projecten geven we initiatieven in de wijk de ruimte om zich duurzaam te ontwikkelen,” vertelt Louwes. “Deze wijkbedrijven krijgen meerjarige ondersteuning en verantwoorden zich niet op papier, maar op impact. Wat draagt het bij aan de wijk? Zo draait het niet langer om afvinken en verantwoorden, maar om vertrouwen en sociale waarde. Het mooiste is: als gemeente passen wij ons aan – niet de bewoners. We hebben nu drie wijkbedrijven en willen dit model verder uitbreiden.”
Beweging creëren in een systeem vol regels
Veel mensen associëren de overheid met procedures, structuren en beperkingen. Hoe zorg je dan toch voor beweging en vernieuwing? “Ik zeg vaak: zet je ambtenarenpet even af en gun jezelf het perspectief van burger zijn,” lacht Louwes. “Natuurlijk moeten we betrouwbaar zijn en voldoen aan regels, maar dat sluit anders nadenken niet uit. Wat is het effect van wat we doen? Wat merkt de stad ervan? We moeten meer naar buiten. Pak je fiets, loop een school binnen, ga het gesprek aan. Dan merk je pas wat er echt speelt – en hoe jouw werk daarin het verschil kan maken.”
Het Haags Klimaatakkoord: sociaal én duurzaam
Een treffend voorbeeld van hoe samenwerking loont, is volgens Louwes het Haags Klimaatakkoord. “We waren de eerste Nederlandse stad die van de Europese Commissie het predicaat ‘klimaatneutraal op weg’ kreeg. Maar dat deden we niet alleen. We hebben bewoners, organisaties, tuinliefhebbers en woningcorporaties betrokken. En ja, die tuintjes leveren een bijdrage aan het klimaat, maar ze zijn óók plekken van ontmoeting, van sociaal contact. De sociale waarde is minstens zo belangrijk als de ecologische. Het Haags Klimaatakkoord is geen puur milieuproject – het is ook een sociaal programma en daarom ook genomineerd voor de BID Award in 2025.”
Leren van elkaar en ‘Verhaagsen’
“Den Haag kan zeker leren van andere steden,” zegt Louwes. “Maar we kunnen oplossingen niet één-op-één overnemen. Elke stad heeft haar eigen dynamiek. Wij zijn een stad van tegenstellingen: internationaal en lokaal, politiek centrum en volkswijken, stad aan zee én stad van segregatie. Dat vraagt om maatwerk. Wat elders werkt, moet je hier ‘verhaagsen’ -vertalen naar onze eigen context, onze inwoners, onze buurten. Alleen dan heeft het echt effect.”
De kracht van luisteren en wederkerigheid
Bij stedelijke veranderingen is betrokkenheid van bewoners cruciaal, juist als er weerstand is. “Je doet het nooit genoeg,” erkent Louwes. “Er zijn thema’s die gevoelig liggen, zoals opvang voor asielzoekers of dak- en thuislozen. Mensen zijn het niet altijd met elkaar eens. Maar als overheid heb je de plicht om het grotere geheel te dienen; mét oog voor de zorgen in de stad. Blijven uitleggen, in gesprek blijven . Alleen zo behoud je het vertrouwen.”
Een kleine daad, een groot effect
Wat haar persoonlijk inspireert? “De stad zelf. En de mensen. Uiteindelijk gaat het erom: kun je iets betekenen voor iemands leven? Een voorbeeld: medewerkers van mijn dienst wilden een halve dag per week vrijwilligerswerk doen op een Haagse basisschool. Er waren talloze bezwaren – hebben de scholen daar wel behoefte aan, werkt het praktisch? Maar we deden het. Inmiddels is het een groot succes. Scholen begrijpen beter wat wij als gemeente doen. En wij begrijpen beter wat er speelt in de klaslokalen. Het is een wisselwerking die tot op beleidsniveau effect heeft.”
Een wens voor Den Haag in 2026
Als afsluiter heeft Louwes nog een duidelijke wens: “Dat we de energie van Big Improvement Day; de verbinding tussen overheid, bedrijfsleven en sport, ook uitbreiden richting kunst en cultuur. Die sector staat onder druk, maar juist nu hebben we verbeeldingskracht nodig. Een mooi voorbeeld vind ik de samenwerking met de Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond. Hun jaarvergadering was in het stadhuis. Met de opgravingen rondom het Binnenhof brengen we de geschiedenis letterlijk aan het licht. Zo’n moment is niet alleen erfgoed, het is ook een manier om na te denken over wie we zijn en wat we belangrijk vinden.”
Korrie Louwes vertrekt na de zomer bij de gemeente Den Haag, maar haar boodschap blijft overeind: alleen door samen te werken, te luisteren en te durven veranderen, bouw je aan een stad waarin iedereen mee kan doen.