De Big Improvement Day (BID) is een dag vol positiviteit en optimisme. Tijdens de BID kijken we elk jaar wat er goed gaat in de samenleving en hoe we elkaar verder kunnen helpen om het beoogde succes te bereiken. Volgens verschillende onderzoeken* zorgt optimisme ervoor dat je gezonder en succesvoller bent. Optimisten zien elke tegenslag en onheilspellende stand van zaken in het verleden in het licht van deze positieve toekomstverwachting. Wij beantwoorden in dit artikel de vraag waar optimisme vandaan komt, hoe het wordt gemeten en of het aan te leren is. We belichten 4 sleutelfiguren van het optimisme.
Gottfried Wilhelm Leibniz
Deze veelzijdige wetenschapper uit de 17e eeuw is relatief onbekend, terwijl zijn wetenschappelijke nalatenschap erg groot is. Gottfried Leibniz, afkomstig uit Leipzig, Duitsland, wordt tegenwoordig gezien als een van de grootste denkers van zijn tijd en een van de eerste optimisten. In veel disciplines heeft hij een grote bijdrage geleverd aan de wetenschappelijke kennis. Zo heeft hij zich onder meer verdiept in filosofie, natuurkunde, wiskunde en rechtsgeleerdheid. Zijn meest bekende optimistische uitspraak was: God heeft van onze wereld “de beste van alle mogelijke werelden” gemaakt. Het optimisme was de drijvende kracht achter zijn levenswerk, waar de wetenschap uiteindelijk veel aan te danken heeft. Leibniz geloofde namelijk niet alleen dat wetenschap de waarheid boven tafel zou halen, maar ook dat deze waarheid het waard was en nuttig zou zijn in praktisch en theoretisch opzicht. Naast het optimisme heeft Leibniz, onafhankelijk van Newton (al werd dit later pas bekend), op wiskundig gebied de basis gelegd van de calculus.
Scheier and Carver
Optimisme is een verschijnsel dat men relatief snel herkent bij een persoon, maar de meetbaarheid hiervan is niet per sé even simpel te noemen. Michael F. Scheier en Charles S. Carver hebben in 1985 een methode ontwikkeld, genaamd de Life Orientation Test (LOT), om het dispositionele optimisme te meten bij mensen: een vorm van optimisme rondom de verwachting dat de toekomst meer goede dan slechte dingen zal brengen. De test bestond uit twaalf stellingen, waarvan er bij acht het optimisme wordt gemeten. Later is de test nog twee keer herzien, waarvan één keer door de auteurs zelf in 1994. Hierin zijn de acht stellingen teruggebracht naar zes, die met een vijfpuntschaal (sterk oneens – sterk mee eens) beantwoord dienen te worden. Op deze manier wordt er bepaald hoe optimistisch de instelling van de respondent is. De test wordt tot op heden veel gebruikt door wetenschappers die onderzoek doen naar optimisme. Ervan uitgaan dat er meer goede dan slechte dingen staan te gebeuren, lijkt ons een mooi uitgangspunt!
Martin Seligman
We sluiten af met een optimist van deze tijd: de Amerikaanse psycholoog en schrijver Martin Seligman. Hij wordt gezien als de grondlegger van de positieve psychologie. Behalve dat hij directeur is van het Centrum voor Positieve Psychologie van de University of Pennsylvania en in het verleden voorzitter is geweest van de American Psychological Association, heeft hij een relatief groot aantal boeken uitgebracht over positieve psychologie. Eén van zijn bekendste boeken is ‘Authentic Happiness’, in het Nederlands vertaald als ‘Gelukkig zijn kun je leren’. Volgens Seligman hangt het vermogen om optimistisch te denken samen met de tijdsbepaling die je aan een gebeurtenis geeft.
Zijn tip? Geef negatieve gebeurtenissen een plaats en benoem deze specifiek en tijdsgebonden en bekijk positieve gebeurtenissen als blijvend en algemeen geldend.
Door de tijd heen weten we nu dus steeds meer over optimisme en de (positieve) effecten ervan. Met deze kennis weten wij hoe we succesvoller en gelukkiger kunnen zijn, zowel in het bedrijfsleven als privé. Wij vinden het daarom elk jaar weer mooi om te zien, hoeveel optimisten er tijdens de Big Improvement Day bij elkaar komen om ideeën uit te wisselen, contacten op te doen en vooruit te kijken naar wat er komen gaat. Zo kunnen we er ieder jaar weer tegen aan om de toekomst er ook daadwerkelijk rooskleurig uit te laten zien.
Crane, F. G., & Crane, E. C. (2007). Dispositional optimism and entrepreneurial success. The Psychologist-Manager Journal, 10(1), 13-25.
Rasmussen, H. N., Scheier, M. F., & Greenhouse, J. B. (2009). Optimism and physical health: A meta-analytic review. Annals of behavioral medicine, 37(3), 239-256.