Tijdens het tweede BID Innovatiediner van de maand augustus stond het thema Digitalisering & de Arbeidsmarkt centraal. Namens de gastheren Hans Schutte (Directeur-Generaal Hoger DUO) en Ralph van Hessen (directeur Winkelman en Van Hessen) waren de volgende mensen uitgenodigd en aanwezig: Rachid Guernaoui (Wethouder, Gemeente Den Haag), Marie- Claire van Hessen (MCPR), Steven Luitjens (Directeur DIO, Ministerie BKZ, Directie Informatiesamenleving & Overheid), Araaf Razeb-Sekh (Ministerie BKZ/UBR I-interim Rijk), Hassan Taqi (CEO, ItaQ), Arne Weverling (Tweede Kamerlid VVD) en Ron de Mos (Ron de Mos advies en voorzitter Stichting CA-ICT).
Het gezelschap deed hun entree op de Sint Hubertusweg in Den Haag. Hans Schutte heette iedereen welkom en vertelde dat één van de belangrijkste thema’s die onze samenleving bezig houdt, gedurende de avond aan de orde zou komen.
Hoe kan digitalisering ons land vooruithelpen? En hoe krijgen we op de arbeidsmarkt genoeg gekwalificeerde mensen om de vernieuwing een impuls te geven die ze nodig heeft. Kan het gezelschap met elkaar de digitaliseringsagenda voor de toekomst die impuls geven?
Na het welkomstwoord nam Ralph het woord en vroeg iedereen zichzelf voor te stellen waarna het gezelschap zich aan tafel begaf.
Probleemstelling
De discussie ging van start. ‘Er moeten meer ICT’ers op de arbeidsmarkt komen en ICT & Arbeid moet op de agenda komen,’ aldus van Hessen. Hij vroeg zich af hoe er een doorbraak in het ICT-verhaal gearrangeerd kan worden. Luitjens haakte daarop in: ‘Men moet eerst het probleem en het nut ervan inzien. Overigens praten we tot nu toe over het Overheidsprobleem, maar we moeten dat echt breder gaan zien. Overigens heeft de Overheid een stuk geschreven over wat we als land met digitalisering moeten doen; de Nederlandse digitaliseringstrategie, dit is ontstaan na een Catshuis bijeenkomst. In Amerika is de digitaliseringsstrategie meer markt gedreven en in China is het meer overheid gedreven. Hoe gaan we er in Nederland mee om? We hebben geen Minister of DG die zich over dit onderwerp ontfermt.’
De Mos haakte daarop in: de Nederlandse digitaliseringsstrategie is een metaplan. Het kan en moet veel meer worden gedetailleerd en uitgewerkt. De ICT groeit met 7%, en, hoewel de arbeidsmarkt voor ICT’ers gunstig is, is er een flinke delta tussen het aanbod en de vraag naar ICT vaardigheden in alle sectoren. Overigens verandert de ICT snel, maar de adoptie daarvan nog sneller.
Er is een goede ontwikkeling gaande in het onderwijs, maar ik zie dat we nog te weinig de ICT’ers voor de (nabije) toekomst aan het opleiden zijn. Daarbij zien we dat bedrijven moeite hebben met structureel opleiden van de ICT’ers, en nog te vaak kiezen voor het ontslaan van ICT’ers en met behulp van recruiters nieuwe ICT werknemers aan te nemen’ De Mos vergeleek de ICT met een Delta tussen vraag en aanbod van ICT’ers, die verkleind moet worden door middel van een incrementeel beleid ter stimulering van de ICT HCA. Hij beschreef zijn Deltaplan als volgt: Nederland zit in een periode van economische groei. Dit is het goede moment om een versnelling te realiseren door de juiste investeringen in het onderwijs en de aansluiting met het bedrijfsleven. Tevens in de doorstroom van ICT’ers naar de nieuw gevraagde profielen en in de duurzame inzetbaarheid van de huidige ICT’ers, waarvan nu al 70% buiten de ICT branche zelf werft.
Plan van aanpak
‘De eerste stap die we moeten zetten is om het probleem behapbaar te maken,’ aldus Guernaoui. ‘Kennisinstellingen, de overheid, en het bedrijfsleven moeten samen gaan werken. Echter is het wel frappant dat de helft van de mensen die we nodig hebben in dit proces, vaak niet eens bewust zijn van het probleem dat we hier aankaarten, aldus Taqi. Van Hessen speelde daarop in en zei: ‘We moeten daarom een begin maken om deze movement vorm te geven.
Er zijn richtlijnen nodig – die binnen de waarden en normen van Nederland liggen – over hoe we het probleem gaan oplossen. De overheid en het bedrijfsleven hebben elkaar hierbij nodig en een duidelijk rollenspel zal moeten worden vormgegeven. Ik stel voor dat de innovatie bij de markt ligt en de degelijkheid bij de overheid, die overigens ook moet faciliteren’. Van Hessen merkte op dat branding ook van cruciaal belang is en verwees naar het model van verkennen, erkennen, herkennen, kennen. De Mos haalde het Deltaplan weer aan: het is voor alle stakeholders van belang om na te gaan hoe we de zojuist besproken Delta kunnen verkleinen. We kunnen mijn plan als uitgangspunt nemen. Razeb-Sekh leek dat een goed plan,’ zo bestrijd je ook geen symptomen, maar gaan we met z’n allen structureel aan de slag om een probleem op te lossen. Guernaoui stelde ook voor zijn E-visie plan van Den Haag te delen. De Mos en Schutte stelden voor dat er een apart fonds moet komen om de inhaalslag op de arbeidsmarkt voor ICT’ers te maken. Een fonds waarbij zowel overheid als bedrijfsleven gezamenlijk optrekken. Dit fonds zou tweehonderd miljoen euro bevatten waarbij het bedrijfsleven en de overheid elk honderd miljoen voor hun rekening zouden nemen.
Actiepunten
- Het Deltaplan van De Mos wordt als uitgangspunt gebruikt. Vanuit dat plan wordt verder gewerkt.
- Guernaoui deelt het E-visie plan.
- Dit overleg heet het Hubertusoverleg en zal vervolgd worden.
- Een kalender met grote evenementen zal worden opgesteld.
- Kamerleden zullen actief betrokken worden bij het probleem.
- Het Hubertusoverleg zal wederom plaatsvinden in december. Alle betrokkenen worden zo snel mogelijk geïnformeerd.